De Britse schrijfster Gill Hornby was altijd een groot fan van de boeken van Jane Austen. Maar verder wist ze weinig over de familie Austen. Totdat ze verhuisde naar Kintbury, een klein dorpje in West Berkshire en in de geschiedenis van haar huis dook. Haar bevindingen gebruikte ze voor haar roman Miss Austen, vertelt ze aan JaneAusten.nl.

Door Karin Quint

Waarom ik niet gewoon even had aangebeld? Dan had ik de stallen kunnen zien, die zijn nog origineel! Gill Hornby is een en al enthousiasme wanneer ik haar via Zoom de foto laat zien die ik in 2013 maakte van de oude pastorie in Kintbury. Ik bezocht het dorpje voor mijn reisgids Het Engeland van Jane Austen, en de foto van de pastorie haalde uiteindelijk het boek. Het is Gill Hornby’s huis, de woning die haar inspireerde tot het schrijven van de bestseller Miss Austen, die eind vorig jaar in het Nederlands verscheen bij Uitgeverij Cargo.

Miss Austen gaat niet over Jane Austen, maar over de sterke vrouw áchter de schrijfster – Cassandra Austen. Janes zus was enige tijd verloofd met Thomas Fowle, de zoon van de dominee van Kintbury. Zowel Cassandra als Jane hebben het dorpje en de toenmalige pastorie regelmatig bezocht. De woning van het domineesgezin die zij hebben gekend, maakte in de 19de eeuw plaats voor een nieuwe pastorie. Maar de stallen, zo weet ik nu, zijn dus nog origineel.

Heb je altijd al een interesse gehad in Cassandra Austen, of kwam dat pas na je verhuizing naar de pastorie van Kintbury?

“Het huis was nogal een impulsaankoop – we woonden in Londen met twee kleine kinderen en wilden ineens iets anders. Toen we verhuisden, vertelden mensen ons dat er een connectie was met de Austens. In eerste instantie dacht ik dat het niet zo’n big deal was, maar dat bleek het uiteindelijk toch wel te zijn. Ik ben altijd gek geweest op de boeken van Jane, maar had me nooit verdiept in haar levensverhaal. Ik kon me vaag herinneren dat ze een zus had gehad. Eenmaal in Kintbury werd me verteld dat Cassandra verloofd was geweest met de domineeszoon en dat die overleed voordat ze konden trouwen. Dat trok mijn aandacht; het klonk als de ingrediënten voor een negentiende-eeuwse roman. Ik zag haar zo voor me, de eerste kerst die ze zonder haar ouders in Kintbury vierde, het afscheid van haar verloofde Thomas toen hij op die gevaarlijke reis ging. Een jaar of 15 geleden werd ik gevraagd om een biografie van Jane Austen te schrijven voor jonge kinderen. Toen raakte ik echt geobsedeerd.”

Voor die kinderbiografie heb je Janes brieven gelezen. Wat viel je daaraan op?

“Het werd me duidelijk hoe toegewijd de zussen aan elkaar waren. Jane wilde geen besluiten nemen zonder Cassandra’s instemming en ze miste haar vreselijk als ze er niet was. En ze hadden veel lol onderling over eten en kleding en andere familieleden. Aan het eind van Janes leven zie je echt hoe afhankelijk Jane was van Cassandra.”

Wat sprak je aan in Cassandra om juist haar de hoofdpersoon van je boek te maken?

“Jane was in haar korte leven een soort superster geworden; vergeleken daarbij lijkt het leven van Cassandra ellendig en vreugdeloos. Cassandra was degene die voor anderen zorgde, die de goede dochter was, maar ze is altijd vergeleken met Jane en nooit beoordeeld op haar eigen kwaliteiten. Biografen zijn nooit dol op Cassandra geweest omdat ze een groot deel van Janes brieven vernietigde – terwijl ik denk dat dat de wens van Jane zou zijn geweest als ze geweten had hoe beroemd ze zou worden. Van Cassandra zelf zijn maar een paar brieven bewaard gebleven, waaronder de brieven die ze schreef vlak na Janes dood en waarin ze rouwt om haar grote verlies. Maar er is ook een brief aan een nicht bewaard gebleven. De toon daarvan, de ironie, intelligentie, haar prachtige, nette handschrift: toen ik die brief las, zag ik haar ineens voor me.”

Maakte het gebrek aan brieven het niet lastig om Miss Austen te schrijven?

“Ik denk dat het juist daardoor gemakkelijker was. Als ik over Dickens had moeten schrijven, iemand wiens leven minutieus is vastgelegd in dagboeken en door bewonderaars, dan was het veel ingewikkelder geweest. Er zijn zoveel gaten in Jane en Cassandra’s leven, waarvan we niet weten hoe het met ze ging of wat ze deden. Die gaten kon ik met mijn fictie opvullen.”

Vond je het niet moeilijk om over mensen te schrijven die echt hebben geleefd? Neem Mary Austen-Lloyd: we weten dat Jane haar niet mocht, maar je hebt haar wel heel erg onaangenaam gemaakt.

“Ik wilde mijn boek de kenmerken van een Austen-roman geven. Daar zit altijd een ‘vrouwelijk monster’ in. En best vaak heet die ook echt ‘Mary’, dat kan geen toeval zijn. Mary Austen is in mijn boek het monster geworden omdat Jane haar echt niet kon uitstaan. Ik bedoel, Mary Austen heeft een notitieboek nagelaten, een klaagzang van dertig jaar lang over alle gebreken van anderen, haar teleurstellingen en alles wat er mis is met de wereld. Daar moest ik iets mee doen. Alles wat ik over haar heb geschreven, is plausibel.”

Ze noemde de brieven die ik verzonnen had helemaal niet. Toen dacht ik: misschien kom ik ermee weg.

In Miss Austen laat je Cassandra een aantal fictieve brieven lezen van Jane. Hoe was het om Jane Austen te imiteren?

“Ik vond het angstaanjagend om van Jane Austen een personage te maken. Het was niet mijn bedoeling om zoveel brieven in het verhaal op te nemen, omdat ik zeker wist dat het een onmogelijke opgave was en dat ik zodra het boek uitkwam ervan langs zou krijgen. Dus bleef ik het maar uitstellen. Maar ik schreef dit boek niet in opdracht van een uitgeverij en dat gaf me een enorme vrijheid. Ik hield mezelf voor dat niemand het ooit zou lezen. En toen Jane eenmaal begon te spreken, was ze niet te stil te krijgen. Uiteindelijk zitten er twaalf brieven in het boek. De meest angstige dagen uit mijn leven waren toen ik het manuscript naar Deirdre LeFaye stuurde (die verantwoordelijk was voor de redactie van ‘Jane Austen’s Letters’ – red.). Ze stuurde een hele lijst met missers terug, vooral sociaalhistorische dingen, zoals dat vering in matrassen pas in 1893 is uitgevonden. Maar ze noemde de brieven die ik verzonnen had helemaal niet. Toen dacht ik: misschien kom ik ermee weg.”

Je laat duidelijk in je boek zien hoe weinig vrouwen zelf konden doen om hun positie te verbeteren. Vond je het belangrijk om het werkelijke leven te tonen van vrouwen in de 19de eeuw, in plaats van een geromantiseerde versie?

“Ja, dat vond ik zeker belangrijk. Ik denk dat veel mensen niet begrijpen welk gevaar er op de loer lag voor de vrouwen in Jane Austens boeken. Behalve Emma, die rijk is en altijd een dak boven haar hoofd zal hebben, koersen de anderen af op een ramp. In Pride and Prejudice lijkt Mrs Bennet de enige te zijn die zich dat echt realiseert, die weet dat als Mr Bennet dood neervalt, ze allemaal op straat staan. Kijk naar Anne Elliot (Persuasion, red.): haar vader verspilt het familiefortuin, ze wordt dagelijks vernederd door haar zussen, ze heeft een vreselijk leven. Ze wordt gered door de held. En redden betekent: een leven lang een dak boven het hoofd en ontkomen aan het armenhuis.”

Jane en Cassandra waren zelf ontkomen aan het armenhuis dankzij de vrijgevigheid van hun broers. In een van de laatste hoofdstukken van Miss Austen zien we Jane en Cassandra in Chawton. Hoe was het om dat hoofdstuk te schrijven?

“Vaak wordt die periode in Chawton door biografen beschreven als een tragische situatie. Vier arme vrouwen die bij elkaar wonen, een ‘spinster cluster’ zoals historici dat noemen. Maar als je er goed over nadenkt, dan moet het de hemel zijn geweest. Jane kon in een paar jaar tijd enkele van de mooiste Engelse romans die we kennen schrijven en hoefde er niet voor te zorgen dat het eten voor haar man klaarstond. Ze hoefden niet eindeloos zwanger te worden en te flirten met de dood tijdens bevallingen. Ze verbouwden hun eigen groenten, kookten, schreven en lazen boeken en ondersteunden elkaar. Het was een soort feministisch Utopia. Voor mij is dat Janes en Cassandra’s eigen happy end.”

Hoe vinden de inwoners van Kintbury dat hun dorp ineens in een bestseller voorkomt?

“Ze zijn er bijzonder koel onder (lacht). Bijna niemand heeft het erover. Een beetje teleurstellend, want ze willen wel altijd met mijn man Robert (Harris, bestseller-auteur, red.) over zijn boeken praten.”

Misschien komt daar verandering in als je boek verfilmd wordt?

“Het is nog allemaal afwachten, er kan veel gebeuren tussen boek en scherm. Maar er is inderdaad een script geschreven voor een serie van zes uur. Ik had dat zelf kunnen doen, maar ik wilde verder schrijven aan mijn nieuwe roman.”

Een nieuwe roman met opnieuw een Austen-connectie?

“Ja, het boek gaat over de gouvernante Anne Sharpe (van de kinderen van Edward Austen-Knight, red.), een vrouw die haar eigen weg in de wereld moest vinden. Ik heb een deadline, want het boek staat gepland voor januari 2022. Ik moet het manuscript in maart 2021 inleveren. Dat is de zegen van de lockdown: er is niks anders te doen.”

Bestel Miss Austen op Bol.com

Gerelateerde berichten