Door Bas Foppen
Op regenachtige dagen vindt de auteur zich soms op zijn bed met een wollige Winnie de Poeh-gele badjas, een overdaad aan bloemige spreien en een pot Chunky Monkey. Dit soort troosteloze en (durf ik dit neer te pennen?) haast sneue dagen – waar enkel de geraniums en de geur van kattenpies op het tapijt ontbreken – vragen dan ook om een luik naar een andere wereld: de wereld van Andrew Davies’ Pride and Prejudice. In deze wereld nemen hysterische moeders het heft in eigen handen (en hoe!), verschijnen vaders bij tijd en wijle op het toneel om vlijmscherpe opmerkingen te maken, en heeft de regisseur ervoor gezorgd dat menig persoon in de afgelopen 16 jaar door Mr Darcy is gereduceerd tot een gesmolten plasje mens op de vloer voor de televisie.
Kousen
Ik moet zelf bekennen dat ik geen Darcy zou willen: er is immers te veel wat we niet over hem weten. Wat doet hij bijvoorbeeld met zijn kousen bij thuiskomst? Laat hij deze achteloos slingeren voor de haard in de veronderstelling dat één van zijn huishoudsters deze zwijgzaam op zal rapen en zal wassen? Is hij in staat om zelf grapjes te maken?

Dat betekent echter niet dat ik mijn toekomstige partner niet zal belagen met een plantenspuit.

We weten in ieder geval aan het einde van het boek dat Darcy nog niet om zichzelf kan lachen. Dit zijn allemaal vragen die ik mezelf stel als ik Pride and Prejudice kijk. Dat betekent echter niet dat ik mijn toekomstige partner niet zal belagen met een plantenspuit of al dan niet met zijn toestemming in een zwembad en/of meer zal duwen zodra ik hem in een wit overhemd zie!
Vlijmscherp
Gelukkig heeft deze verfilming meer te bieden dan mannelijk schoon: Jane Austen’s vlijmscherpe no-nonsense dialoog klinkt de kijker tegenwoordig nog even heerlijk in de oren als tweehonderd jaar geleden in 1813 toen het boek voor het eerst werd gepubliceerd. Wat moet het zalig zijn geweest voor de eerste lezers om het niet al te dikke boek voor het eerst open te slaan en om kennis te maken met enkele van de meest memorabele personages uit de Engelse literatuur. Jane Austen zei ooit eens heel mooi: “I must confess that I think [Elizabeth] as delightful a creature as ever appeared in print, & how I shall be able to tolerate those who do not like her I do not know.”
Perfect imperfect
Elizabeth mag wat mij betreft dan ook gezien worden als een rolmodel voor vele vrouwen (en mijns inziens ook voor mannen): ze is perfect imperfect, humoristisch en scherp, vriendelijk maar krachtig. Jennifer Ehle zet dit briljante personage ongeëvenaard neer. Waar er geen dialoog is spreken haar gezichtsuitdrukkingen al boekdelen, om over de chemie met haar tegenspeler Colin Firth maar te zwijgen. Ik hoop zelf ooit evenveel te kunnen zeggen met mijn ogen als Ehle, dan wordt het een stuk makkelijker om mijn voormalige wiskunde en gymdocenten non-verbaal de grond in te boren. Tot die tijd zal ik echter genoegen moeten nemen met het kijken naar de scene waarin Elizabeth Lady Catherine op grandioze wijze op haar nummer zet!